New Old World Dancing With The Sound Hobbyist
Coproductie WCC Zuiderpershuis
Organisatie Wolvin / Zita Swoon Group vzw ondersteund door Kunsten en Erfgoed van de Vlaamse gemeenschap
Wait For Me is de ontmoeting van Stef Kamil Carlens en zijn Belgisch collectief Zita Swoon Group met de Burkinese Awa Démé en Mamadou Diabaté Kibié. De sound is een mengeling van rauwe akoestische blues en folk met traditionele ‘mandingue’ muziek van West-Afrika. Awa Demé zingt in het Bambara, Stef Kamil Carlens in het Engels en Frans. De songs weerspiegelen de moraal en de problemen van de moderne Afrikaanse maatschappij.
Lees meer Wait For Me programma NL
Awa Démé(zang), Stef Kamil Carlens (zang, resophonic gitaar, blues harp), Mamadou Diabaté Kibié (balafoon) Kapinga Gysel (glockenspiel, pump organ, backings), Simon Pleysier (Gibson SG, akoestische gitaar, banjo), Amel Serra Garcia (percussie), Karen Willems(cocktaildrums), Christophe Albertijn(bass gitaar)
“Wat het project duidelijk maakt, is hoeveel verschillende culturen elkaar te bieden hebben als men echt in dialoog gaat. Dat de Mandingmuziek voor Carlens en de zijnen een grote inspiratiebron vormde, is van meet af aan evident, maar interessanter nog is wat er met de Afrikaanse muziek gebeurt als je haar niet vanuit het eigen circulaire perspectief maar met de lineaire blik van een westerling benadert. Traditionele Mandingliederen met hun repetitieve structuur veranderden dankzij de Zita Swoon behandeling in nauwgezet uitgewerkte, pakkende popsongs met kop en staart.” Menno Pot for De Volkskrant (4 *)
“Magische Zitafrica. We stappen zachtjes binnen “Wait For Me” die Zita Swoon Group, Awa Demé en Mamadou Diabaté Kibié herenigt; we zijn overweldigd. Terzelfdertijd lijkt alles van de bron te komen, we zitten er meteen middenin. Diabaté Kibié’s balafoon brengt een fascinerende maar constant gevoelige energie naar de melodieën. Awa Demé, met haar ruwe and mooie stem, haar zonnige persoonlijkheid, haar schommelende heupen, captiveert snel het publiek dat snel spijt heeft dat het neerzit. Het zingen is een constante dialoog tussen Demé (in bambara) en Carlens (in het engels en het frans). Het concert gaat crescendo, tot het een energieke fase binnentreedt, typisch aan antwerpenaren maar hier vergroot door hun afrikaanse broeders.” Sophie Lebrun voor La Libre Belgique
“Alles is goed uitgedacht en mooi gestructureerd. Mamadou Diabaté Kibié is een virtuoos op de balafoon en Stef Kamil Carlens spoort hem aan niet verlegen te zijn. Het optreden wordt een echte les in de bambara taal en geschiedenis. Stef Kamil wil dat Mamadou de betekenis van de liedjes uitlegt en geeft Awa Demé veel ruimte om zich uit te drukken. Een goed humeur en charme zijn essentieel terwijl de groep fervent verzekert met hun vershillende tonen blues. (…) Dit is een niet te missen optreden want het maakt je simpelweg gelukkig.” Thierry Coljon voor Le Soir
“In een zin: Een concert dat, ondanks de vaak ernstige inhoud van de songs, bruiste van vitaliteit en levensvreugde, en benadrukte dat muziek alle culturele en taalkundige kloven overbrugt.
Wait For Me’ was in alle opzichten een voltreffer: een organisch project met inhoudelijke diepgang, waarmee Stef Kamil Carlens eens te meer aangeeft dat hij de artistieke uitdaging blijft opzoeken … en is het resultaat van een warmhartige dialoog tussen twee culturen, een creatieve alliantie gebaseerd op wederzijds respect.
Tijdens de instrumentale openers viel meteen op hoe vanzelfsprekend het circulaire spel van de Afrikaan versmolt met de nog steeds herkenbare Zitasound. De muziek vertoonde een natuurlijke flow, gaf blijk van veerkracht en vitaliteit. Want ook al handelden de songs niet zelden over ernstige maatschappelijke, ecologische of morele problemen, uit de positieve vibes viel dat geenszins af te leiden.
<Vanaf het swingende ‘Sababou’ stapte ook zangeres Awa Démé, gekleed in een traditioneel gewaad en met een stem als een klok, het podium op. Ze wisselde haar vocale bijdragen, in haar eigen taal, af met Carlens’ Engelstalige zanglijnen.” Dirk Steenhaut for Knack Focus
“Westerse en Afrikaanse muziek samenbrengen: het is geen eenvoudige klus. Maar Zita Swoon Group doet het met verve. Het resultaat staat als een huis.Op het podium geen massa muzikanten, maar vijf Belgen en twee Afrikanen, de balafoonspeler Mamadou Diabate en de zangeres Awa Démé. Op het programma enkel nieuw werk, gezongen in het Engels en in lokale talen uit Burkina Faso. De songs worden steeds inhoudelijk kort voorgesteld. Je voelt dat deze niet evi- dente cross-over intens voorbe- reid en doordacht werd, en afgewerkt is.” Peter Vantyghem for De Standaard (4 *)
“Een concert als een zonsopgang. Het was mooi om zien hoe aandachtig het publiek anderhalf uur bleef luisteren. Terwijl het collectief naar een climax werkte, nam ook de begeestering in de zaal toe en klonk het applaus alsmaar stormachtiger.
Carlens opende het concert met zijn pedal steel-gitaar en stelde een eerste gast voor uit de “andere wereld” die hij ontdekt had. Mamadou Diabaté is een grootmeester op de balafoon (een Afrikaanse variant van de xylofoon), verankerd in de traditionele mandingo-muziek van West-Afrika. Tussen de twee ontspon zich meteen een subtiele dynamiek, die helemaal openbloeide toen ook zangeres Awa Démé het kleurrijke gezelschap vervoegde. Met haar hese, schreeuwerige stem stond ze predikend op het podium en bezong ze haar vaderland, herwonnen liefdes en de ondoorgrondelijkheid van god.
Stef Kamil vulde die traditionele woordkunst aan met Engelse teksten. Een herinterpretatie zoals enkel hij dat kan: peinzend, ietwat klagerig. Het ritme varieerde telkens weer van dansend en stormachtig naar rustig en kalm.” Wim Wilri for DeMorgen.be (4 *)
“Op uitnodiging van het Antwerpse Zuiderpershuis reisde Stef Kamil Carlens in 2010 naar het West-Afrikaanse Burkina Faso. Hij ontmoet de balafonist Mamadou Diabaté Kibié en de zangeres Awa Démé. Beiden zijn griots, gangmakers van de traditionele West-Afrikaanse vertelkunst op muziek. Stef Kamil Carlens luisterde naar de verhalen van de griots, observeerde en kneedde. Tijdens die ontmoeting werd de basis gelegd voor Wait For Me, een duet tussen twee tradities, veel improvisatie en kijken wat de dag brengt.
Carlens reisde met het idee om het Burkinese levensritme te volgen, ‘niet om een totaalbeeld van het land te krijgen. Ik heb vele avonden doorgebracht met mijn fantastische gids Ibrahim Diallo en naar zijn boeiende levensverhaal en dat van anderen geluisterd.’ Hij leerde een kleine groep mensen kennen. Boeiende mensen die hem vertelden over culturele tradities en omgangscodes.
Voor Awa Démé mee in Wait For Me stapte, stond ze met haar voeten vast in de aarde van Burkina Faso en Mali, culturele tweelinglanden. Ze werd geboren en groeide op in de traditie van het West-Afrikaanse griottisme en leerde nooit een andere taal dan die van het mondelinge woord. Zoals veel jonge Burkinezen kwam echter ook bij haar de gedachte op om ooit te vertrekken uit de uitzichtloosheid van haar opgedroogde, hongerlijdende land. ‘Het volk is moe, van te werken, van elke dag opnieuw dat gevecht aan te gaan om eten op tafel te krijgen. Dan is de keuze snel: vertrekken, elders op zoek gaan naar beter, eten en drinken. Alleen, niet iedereen kan die keuze maken. Daar gaat Wait for me ook over.’ Ze bezingt het exodusverlangen in het prachtig duet A Ni Baara, waarin Carlens tegelijk de harde realiteit van de arbeidsmigratie beschrijft.
Wait For Me is een heel open project geworden, met muzikanten die elkaar enorm respecteren. We staan allemaal achter het resultaat en dat voel je.’” Interview Tine Danckaers voor MO* Magazine
‘s Avonds zit ik met Mamadou Diabaté voor het Royal Hotel in Bobo-Dioulasso. Hij vertelt me dat hij op een 35ste januari geboren is. Al heel jong begeleidde hij z’n grootvader op balafoon. Hij draagt een rode pet en sipt op een sigaret tussen zijn lippen. Hij heeft zachte, trieste ogen en praat bedeesd.
Eerder vandaag was ik bij hem thuis en speelden we samen.
We speelden een reislied.
When I come, will you teach me?
Will I learn, will you reach me?
Later in de namiddag zingt Awa Demé met ons mee. Ze is een imposante vrouw met een heldere blik. Haar ruwe stem schalt luid door het kleine donkere kamertje. Ze draagt een kleurig kleed in Dutch wax en een rode sjaal om haar hoofd. Met wijd gestrekte armen zingt zij ook een reislied.
Ani baara faso deh ani baara (Zoveel werk, zoveel moeite, kinderen van het vaderland) Ani baara ban kafisa ni djanfaye (Vergeet nooit onze waarden, de weigering strekt u meer tot eer dan het verraad) Tounkan ka galin maman (De exodus valt zwaar, mama) Tounkan ka galin papa (De exodus valt zwaar, papa) Tounka mandy deh baira(De exodus smaakt vaak bitter) Tounka ti dia deh baira (Weinigen brengen de exodus tot een goed einde) Tounka gailen de tounka ti dia deh baira
Tounka ti dembe low fo deh youma (Alleen diegene die ze verdient, plukt de vruchten van de exodus) Tounka mandi baira fo kele kele (Alleen diegene die ze verdient, plukt de vruchten van de exodus) Am be barika bila tounkaranke ye (God zegene de kinderen van de exodus)
Haar poëzie stormde bij me binnen. Mijn wereld werd plots veel groter. Ik werd deel van een realiteit die ik voorheen alleen vermoedde. Om ons heen zaten een paar mensen en kinderen te luisteren. Iedereen was rustig en een van de mannen ging rond met de thee waar hij een hele tijd aan had zitten werken. Wat een eer hier te zijn, wat een intensiteit, wat een belevenis! Stef Kamil Carlens